23 juli 2020

Slangenburg




De golf


Luister en het lijkt een golf te zijn.


Die golf spoelt over een leeg strand.

Geen zwarte rots of zacht wit zand maar een kust uit grijze keien.

De rand van een land al lang verloren, verlaten.

Het volk ging er vandoor.


Of,

Een golf loopt langs een lage kaai.

Een passerend schip dat hier eens meerde.

Maar nooit terugkeerde naar waar nu de hekgolf gaat.

En de kade even raakt. 


Of,

Een golf waadt langs een kale oever,

Op dijken stroef van 't stuiten van geschuimde koppen

maar nu gaat water wiegend naar de zoute zee,

die het gaat voelen in haar bekken.


Zo’n golf zou het kunnen zijn.


Maar dat is het niet. 

Een wagen raast over een rechte weg.

Ik hoor hem gaan. 

En zie, het is een Golf. 



Geen opmerkingen:

Koudekerke

Wezen Hem ben ik in half mijn wezen  In heel mijn zijn ben ik zijn zoon Het leek mij lang vooral gewoon Maar sinds ik voor zijn...