08 oktober 2010

Amsterdam


Kopermolen

De hoge molen maalt geen graan
En zaagt geen bomen tot een plank
Geen brengt er nog zijn grondstof aan
Geen mompelt na het malen "dank".

Hij staat te staan en trekt en duwt
Een stroom van lading heen en weer
En als de wind wat is geluwd
Wacht hij op winderiger weer

------

De zon die wijkt, de nacht breekt aan
De kopermolen suist door het koord
Hij zegt, mijn lief: "het licht kan aan"
Voeg jij de daad dan bij het woord?



2 opmerkingen:

lijnberg zei

u murmelt over molens uit vervlogen tijden,
probeert wellicht het nu te mijden.

maar zie zie en kijkt: een rookpluim uit het midden,
wat blies er op, ging een zekering doormidden?

of boort zich in de molenpoot misschien
een rokend wentelend vliegmachien?

Ecdysis zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.

Koudekerke

Wezen Hem ben ik in half mijn wezen  In heel mijn zijn ben ik zijn zoon Het leek mij lang vooral gewoon Maar sinds ik voor zijn...