De waard, hij
schonk de wijn, en dronken werden wij
De waardigheid bewaarden
we voor later
We klonken onze glazen,
lonkten liefsten naderbij
De wijn was mooi,
we dronken het als water
De aarde, die
werd donker, klein en rond en blij
Elk aardig woord
kreeg door zijn warmte waarde
De uitbater die
schonk de wijn en dronken werden wij
Wat onze rare kronkels
wel verklaarde
Met water ben ik klaar, die woorden die sprak zij
Dat water was een jaar of wat de ware
Maar ‘t is later nu en water, nu, dat is voor mij voorbij
Schenk nu, schenk nu alleen maar jonge klare
Of schenk je mooiste wijn, daarna ga ik dan naar
de…
Naar de plek waar ik wil zijn, Is wat ze zei
Naar waarvoor ik mijn nuchterheid bewaarde
De waard hij
schonk de wijn en dronken werden wij
En langzaam
draait het water met de aarde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten